Het is waarschijnlijk dat al de moeilijkheden die zich ook thans nog voordoen tussen de Limburgers en de "Hollanders" in diepste wezen hierop terug te voeren zijn. De pijn uit het verleden, eeuwenlang oorlogen, plunderingen, overheersing en rechteloosheid, veroorzaakt door steeds wisselende overheersers hadden hun werk gedaan. En daarna, in de voorlaatste eeuw, de splitsing van hun provincie, het definitief afscheid van hun geloofs- en cultuurgenoten in de Zuidelijke Nederlanden, en daarna de minachting voor hun diepste innerlijke religieuze overtuiging. Dit alles heeft kennelijk een zekere lotsverbondenheid en een gevoel van saamhorigheid doen groeien tussen de Maaslandse bevolking onderling. Deze saamhorigheid, die als een ingebouwde garantie voor de eigen identiteit wordt ervaren, is diep ingekerfd, en wordt, soms terecht, maar ook dikwijls onterecht als argument gehanteerd om zich af te zetten tegen alles wat van buitenaf komt, dus inclusief tegen "die van boven de Moerdijk".
Het kan niet anders dan dat de pijnlijke ervaringen over en weer, die zich tussen Limburg en het nieuwe vaderland en die 2 à 3 generaties geduurd hebben, ook sporen hebben achtergelaten bij onze overgrootouders en grootouders. Culturele, geografische en godsdienstige tegenstellingen blijken bovendien een taai leven te hebben. De wederzijdse vooroordelen slijten slechts langzaam zoals de oude en de nieuwe geschiedenis leert. Dit geldt voor elke bevolkingsgroep, zowel voor de beneden- als voor de bovenmoerdijkers. Dit blijkt weer eens uit een recente uitspraak van een hoge politieke ambtsdrager uit de top van de regering, die verklaarde dat hij "niets heeft met katholieken". De vraag is of hij zich zo'n uitspraak ook zou durven of kunnen permitteren met betrekking tot bijv. Moslims of andere godsdienstige stromingen.... Het is welhaast zeker dat hij in zo'n geval heel politiek Den Haag op zijn dak zou hebben gekregen! Het schijnt dus dat onbegrip en onbehagen, ook na 150 jaar, nog latent aanwezig zijn. Zelfs tot in de tegenwoordige hoogste politieke kringen zoals uit het voorgaande blijkt.
Absurde situaties, eindelijk verleden tijd.Om U een inzicht te geven in de absurde toestanden en situaties die zich binnen een tijdvak van amper 150 jaar voordeden, en die allemaal een gevolg zijn van maatregelen die door allerlei overheden, over de hoofden van de gewone mensen heen genomen werden, is het volgende voorbeeld illustratief.
Mijn bet- overgrootvader Aegidius Christianus Schulpen, een in Dieteren geboren Gülicker, werd rond 1800 tot Fransman gebombardeerd. Maar 15 jaar later, toen Napoleon het veld had geruimd, werd zijn woongebied Nederlands grondgebied en hij werd dus Nederlander.
Mijn overgrootvader Theodor Schulpen, Dirkske genaamd, werd in 1820 als Nederlander geboren, maar werd in 1830 Belg. In 1839 werd hij wederom Nederlander onder voorbehoud, dat hij, indien nodig, opgeroepen zou kunnen worden als militair voor een vreemde mogendheid, de Duitse Bond. Mijn grootvader Christiaan Schulpen maakte het als 9-jarig jongetje mee, dat de band met de Duitse Bond werd opgeheven en dat zijn territorium eindelijk helemaal tot Nederland ging behoren, zonder sluimerende verplichtingen ten opzichte van de Duitse Bond.
Mijn vader. Jan Hubert of Sjang Schulpen tenslotte werd als "volbloed" Nederlander geboren, ofschoon zijn geboortegrond in de officiële staatsstukken nog steeds "hertogdom" werd genoemd, en niet zoals alle overige landsdelen als "provincie" werd aangeduid.
Uiteindelijk, tot mijn eigen verbazing, ben ikzelf als "volwaardig" Nederlander geboren in de "volwaardige" provincie Limburg, dat deel uitmaakt van een "volwaardig voltooid" Nederland.
De familie Schulpen, die zich in en rondom Dieteren en Susteren en van daaruit via Roosteren Stevensweert en andere plaatsen heeft ontwikkeld, is een lange en soms moeilijke weg gegaan. Eeuwen en eeuwen lang werden over hun hoofden heen allerlei beslissingen genomen en verplichtingen opgelegd door machten en instanties, die afkomstig waren uit alle windstreken, en die daarom door onze voorouders als de pest werden gemeden. Dit bleek de enige manier om zich als kleine burger staande te houden.
Als totale familie maar ook als individueel persoon zijn er veel ups en downs geweest. Maar deze familie is toch veerkrachtig genoeg gebleken om de goede en slechte tijden te kunnen doorstaan, en om in 450 jaar tijds uit te groeien tot een stam, die thans, aan het begin van de 21 e eeuw honderden en honderden personen telt. De leden van deze stam zijn doorgedrongen niet alleen tot alle Nederlandse provincies, maar ook tot in België, Duitsland en andere Europese landen en in Noord-Amerika en Canada. Hopelijk heeft iemand nog eens de tijd, moed en inspiratie, om het familieonderzoek verder voort te zetten. En dan speciaal in de richting van de tot nog toe onbekende, her en der verspreide familietakken, die er zeer zeker zullen zijn!
Op de bladzijden hierna volgen enige landkaarten waarop de veranderingen in de staatkundige toestand door de jaren heen zijn te volgen.